Het gebiedsprofiel Capelle toont de sterke en zwakke punten van buurten en wijken - of de ontwikkelingen daarin. Het gebiedsprofiel en de Buurtmonitor zijn belangrijke instrument om de leefbaarheid in de wijken en buurten te beschrijven en te verbeteren. In het verleden noemden we het instrument de buurtindex.
Het gebiedsprofiel bestaat uit een totaalscore voor de buurt of wijk, maar ook uit de onderdelen waaruit die score is berekend. Dat zijn de drie hoofdthema’s fysiek, sociaal en veiligheid. Die zijn weer onderverdeeld in zes subthema’s.
Fysiek omvat de subthema’s woningen, publieke ruimte en voorzieningen. Sociaal omvat de subthema’s bevolkingssamenstelling en sociale samenhang. Veiligheid is niet verder onderverdeeld en is gelijk aan het subthema met die naam.
De scores van het gebiedsprofiel lopen van 0 (heel slecht) tot 100 (heel goed). Het gebiedsprofiel bestaat uit 31 indicatoren, gecombineerd in de zes subthema’s. Deze scores zijn relatief: ze tonen het verschil tussen het gemiddelde in de gemeente Capelle in het meest recente meetjaar. Voor elk van de indicatoren is het gemiddelde in Capelle in het laatste jaar op 50 gesteld. Op het niveau van de totale gemeente zijn ook de subthema’s, hoofdthema’s en de totaalscore in het meest recente jaar precies 50. In eerdere jaren zijn de scores hoger of lager, als de situatie toen beter of slechter was.
In de taartpresentatie worden de verschillen weergegeven als kleuren: van ‘veel slechter’ (rood) naar ‘veel beter’ (donkergroen) dan het gemiddelde van Capelle.
Kleur | Betekenis | Waarde |
---|---|---|
rood | veel slechter | 0-35 |
oranje | slechter | 35-45 |
geel | gemiddelde | 45-55 |
groen | beter | 55-65 |
donkergroen | veel beter | 65-100 |
Bij de weergave van de ontwikkeling tonen de kleuren de verandering in dit gebied ten opzichte van 2 of 4 jaar eerder:
Kleur | Betekenis | Waarde |
---|---|---|
rood | veel slechter geworden | meer dan 10 gedaald |
oranje | slechter geworden | 5-10 gedaald |
geel | ongeveer gelijk gebleven | minder dan 5 veranderd |
groen | beter geworden | 5-10 gestegen |
donkergroen | veel beter geworden | meer dan 10 gestegen |
De onderliggende indicatoren worden niet getoond in een score van 0 tot 100. De betekenis van de kleuren is wel hetzelfde. Bij cijfers uit de bewonersenquête is sprake van onbetrouwbaarheidsmarges. Die marges zijn onder meer afhankelijk van het aantal respondenten en de variatie in antwoorden. De kleuren voor slechter/beter zijn bij enquêtecijfers alleen gebruikt als het verschil met de totale gemeente (of bij de ontwikkeling: met hetzelfde gebied twee of vier jaar eerder) significant is. Dat betekent dat we (95% zeker) weten dat er echt een verschil is.
De berekening van het gebiedsprofiel (oude naam: de buurtindex) is afgelopen jaren nauwelijks veranderd. Wel waren er in 2020 enkele wijzigingen in de gebruikte indicatoren. Dat had te maken met cijfers die niet meer beschikbaar waren. Het effect van deze aanpassing op de scores was echter beperkt.
Om de ontwikkeling te kunnen zien worden cijfers uit alle jaren geijkt op een vaste meetdatum. Daardoor kunnen we de ontwikkeling te laten zien. In eerdere jaren was het eerste meetjaar van het gebiedsprofiel (2005) het vaste peiljaar. Met ingang van 2024 worden echter alle scores geijkt op het meest recente peiljaar. Dat maakt het gemakkelijker om de scores van dit moment te begrijpen (want het actuele gemiddelde is altijd 50). Tegelijk is het nog steeds mogelijk om de ontwikkeling te tonen.
De cijfers van eerdere jaren worden elk jaar herrekend en kunnen iets afwijken van eerder gepubliceerde cijfers.
Het gebiedsprofiel wordt berekend op basis van indicatoren (onderwerpen). Alle indicatoren zijn te zien in de taartpresentatie (buitenste ring) en de tabelweergave. Via de blokjes onder de taart (of de knop ‘Meer informatie’ in de tabelweergave) gaat u naar een overzicht. Daarin staan de huidige stand en ontwikkeling van het thema en van de indicatoren. In dat overzicht is van elke indicator een grafiek te zien met de ontwikkeling. Daarnaast staat er een rangordegrafiek met de positie van dit gebied tussen alle andere gebieden. Onder de rangordegrafiek staat een uitklapmenu ‘Meer info’. Daarin staat de betekenis en eventueel aanvullende informatie over die indicator.
Voor de berekening van de totaalscore en scores van hoofdthema’s en subthema’s worden alle indicatoren eerst gestandaardiseerd. Ze worden omgerekend naar een schaal van 0 tot 100, op basis van het gemiddelde in Capelle en de standaardafwijking van die indicator. Daardoor worden alle cijfers vergelijkbaar en kunnen we ze samenvoegen. De subthema-score is het (ongewogen) gemiddelde van de indicatorscores. De score van een hoofdthema is het gemiddelde van de subthema’s. En alle drie de hoofdthema’s tellen even zwaar mee in de totaalscore. De scores worden berekend op buurtniveau. De scores op wijk- en gemeenteniveau zijn gewogen gemiddelden (gewogen aan het aantal inwoners van elke buurt).